Olympische Woordspelen

Deze weblog gaat over mislukte cursussen (1) en mijn pogingen om mijzelf te kwalificeren voor de Olympische zomerspelen in Londen (2a) en de winterspelen in Sotsji (2b). Daarna nog een extraatje over een ziekenhuis voor teddyberen.

1) Leiden, februari 2012. Mislukte cursussen.

In de zoektocht naar mijn verborgen talenten ben ik een aantal cursussen gaan volgen.

Kookcursus

Ik kookte vroeger nooit zelf. Ik keek altijd wel naar kookprogramma’s op tv, maar dat is gewoon ‘kijken, kijken, niet koken’. Als ik zou meedoen word ik waarschijnlijk in de pan gehakt gehakt. Dus toen ben ik een kookcursus gaan volgen. Daar bakte ik echter weinig van. Ik had wel een bijzondere relatie met alle docenten. Met de leraar voor Bakken & Braden boterde het niet zo; het was een snel aangebrand type. En met de docent voor Groente & Fruit heb ik nog steeds een appeltje te schillen. Maar mijn Engelse docent Biefstukjes Klaarmaken schreef op mijn rapport “well done”. Dus dat is dan wel weer positief. Uiteindelijk bleek deze cursus ook niet helemaal naar mijn smaak. Ik kon de hoofd- en bijgerechten niet van elkaar scheiden. Het theorievak Stoommaaltijden vond ik maar gebakken lucht, Pannenkoeken Bakken nam te veel tijd in beslag en van de Franse Keuken heb ik geen fromage gegeten. Bij het examen van Juridisch Koken werd het met recht lastig; toen ik eenmaal voor het gerecht stond, baalde ik toch dat ik geen advocaat had meegenomen.

Cursus Verkeersmiddelen

Ik heb daarna een cursus over verkeer gevolgd. Dat ging ook verkeerd. Ik begon met een paar nautische vakken. Ik zat met een vervelende docent opgescheept, meneer Zeefuik. Aanvankelijk wilde ik niet met hem in zee gaan, maar nadat hij het roer had omgegooid, ging ik toch overstag. Bij Navigeren raakte ik echter helemaal van de kaart. Vervolgens moest ik in één keer het vak Bakzeil halen; toen heb ik inderdaad bakzeil gehaald. Voorts ben ik een module over de Wielmakerij ingerold, waar ik aanvankelijk mijn draai wel kon vinden. Maar de Wielmakerij werd op een gegeven moment aan banden gelegd. Ik ben een cursus over auto’s gaan volgen. Ik dacht nog, zal ik het erop wagen? Toen nam ik autorijlessen. Het onderdeel Passeren moet ik nog inhalen. Uiteindelijk was dit ook niets en ik was snel weg. Bij het daaropvolgende onderdeel Treinverkeer ging het al snel de verkeerde kant op; de incompetente docenten spoorden niet. Voorts dreigde ik zelf ook te ontsporen. Bovendien was deze cursus te duur, ik voelde mij afgezet. Gelukkig werd mij een nieuw traject aangeboden. Ik koos voor deze wissel. Zo krijg ik mijn loopbaan weer op de rails, dacht ik.

Meteorologie

Ik ging het in een compleet andere richting zoeken, namelijk meteorologie. Het lijkt misschien een beetje uit de lucht gegrepen, maar ach, ik dacht: weer ‘ns wat anders. Het ging mij aanvankelijk wel voor de wind. De tentamens waren echter verraderlijk; er lijkt geen vuiltje aan de lucht, totdat je de vraag over laaghangende bewolking mist. Toen voelde ik de bui wel hangen. Ik dacht dat de docent mij de wind van voren zou gaan geven, dus ik kraste de vraag willens en wetens door en pleitte dat het noodweer was, wetende dat dit een storm van kritiek zou opleveren. Ten slotte dacht ik ‘ach, waarom wind ik mij zo op? Laat maar waaien’. Ik ben toen gewoon opgedonderd.

Losse keuzevakken

  • Ik heb ook een blauwe maandag een verfcursus gevolgd. Ik was een fervent verver met verve. Maar uiteindelijk ging ook hier de klad erin. Ik had overal lak aan.
  • Voorts heb ik Egyptologie gestudeerd. Daarbij heb ik mij met name op het praktijkonderdeel Mummificeren gericht. Welnu, ik wil hier meteen even uit de doeken doen dat ik het nogal ingewikkeld vond. Het had toch meer om het lijf dan ik aanvankelijk dacht.
  • In het vak Bier Brouwen had ik mij vergist.
  • Ik heb een theoretische en een praktische EHBO-cursus gedaan, maar ik zag het verband niet.
  • Voor een cursus Belastingrecht moest ik apart een vak over BTW volgen. Ik begreep maar niet wat de toegevoegde waarde was.
  • Ik kon ook al niet slagen bij de opleiding tot slager.
  • Het contact bij de workshop ‘hoe leg ik laminaat’ was slecht. Het klikte gewoon niet.
  • Bij het examen IJsmeesterschap ben ik gezakt. Mijn droom om rayonmeester te worden viel hiermee in het water.
  • Bij het meerkeuze-examen voor Kiezen of Delen heb ik maar de helft ingevuld.
  • Voor de opleiding tot imker had ik bijles nodig.
  • Het vak Alcoholpreventie was ik zat.
  • De workshop Omgaan met Teleurstellingen ging G#$% niet door.
  • Ik was niet het type voor een typecursus.
  • Materialisme was ook niet helemaal mijn ding.

Aan het Facebookbericht dat aan deze blog ten grondslag lag, voegde fotografe Eelk Colmjon nog toe:

  • “Je spreekbeurt over globalisering viel zeker ook niet in goede aarde.” [nee, maar globaal gezien kreeg ik het wel rond]
  • “En bij gymles neem je vast ook de benen.” [ik was inderdaad altijd het haasje]
  • “Ik heb gehoord dat ze je tijdens het vak ‘klussen in huis’ achter het behang wilden plakken.” [ach, beetje hangen kan ik wel]
  • En, “van dat tuinieren snap je ook geen biet. Echt een groen blaadje ben je nog.” [inderdaad Eelk, ik verdien een schop]

———————————————————————–

De onderstaande column is van 7 juli 2012

2) Onzeker Olympisch Goud

Moe van alle tegenslagen, besloot ik het over een andere boeg te gooien. Ik wilde nu iets doen waarin tenminste eer te behalen valt; de Olympische Spelen. Om daaraan mee te mogen doen, moest ik wel weer een aantal nieuwe cursussen doen. Ik vestigde mijn hoop eerst op een cursus triatlon. Dat was echt iets voor mij, dacht ik. Ik ben alleen niet goed in de onderdelen zwemmen, fietsen en hardlopen. Met hockey kreeg ik het aan de stok met de bal en bij het tafeltennissen kwam ik niet door de dopingpongcontrole. Dan maar atletiek. Ik dacht, ik zie wel hoe ver ik kom. Welnu, bijna twee meter, bleek bij het verspringen. De honderd meter sprint is ook helemaal mijn discipline. Het is gewoon drie-en-een-halve minuut voluit genieten bij mij. Alleen bij het hoogspringen legde ik de lat iets te hoog en hordelopen vond ik hinderlijk.

Ver-werpelijke onderdelen

  • Een van mijn speerpunten bij de kwalificaties was Olympisch goud. Ik werd hierdoor echter gediskwalificeerd bij het speerwerpen. Ik moest een andere punt gebruiken. Daar hadden ze wel een punt. Maar daar gooide ik niet veel verder mee.
  • Op een gegeven moment ging ik met argumenten smijten; toen bleek het betreffende onderdeel achteraf toch niet discussiewerpen te heten.
  • Bij het kogelstoten deed ik nog wel een gooi naar de prijzen, maar dat werd niet gewaardeerd door de jury. Je kan in ieder geval niet zeggen dat ik er met de pet naar gooide. Het was echt een kogel. Ook dit onderdeel bleek afstotelijk.

Nieuwe sporten

Het punt is dat er te veel olympische sporten zijn. Ik kan daardoor niet kiezen waar ik een gouden medaille in ga halen. Ik heb namelijk niet zoveel tijd. Vandaar mijn plan: Olympische sporten moeten worden samengevoegd tot nieuwe onderdelen. Alle vechtsporten (taekwondo, judo, worstelen, boksen) samenvoegen en dat gewoon ravotten noemen. Of alle zwemonderdelen (schoolslag, vlinderslag, de Franse slag, reddingszwemmen, bommetje, snorkelen, fiets ‘m der in en tobbedansen, waterpolo, synchroonzwemmen etc) verenigen in slechts één spetterende estafette; gewoon in drie baantjes; als alle onderdelen er maar inzitten. Overigens vind ik dat tijdens de schoolvakantieperiode de schoolslag niet zou moeten hoeven, in tegenstelling tot de vrije slag.

Een groot aantal onderdelen combineer ik zelf al met de sport van het wegzappen. Ik kijk op zich wel graag naar schermen, maar dan moet er wel iets boeiends te zien zijn op die schermen.

Ten slotte, sommige dingen ben ik gewoon al te goed in; daar hoef ik geen cursus voor te doen.

  • Gewichtheffen bijvoorbeeld; heftige sport, ben ik sterk in. Ik wil er alleen niet te zwaar aan tillen.
  • Voor het roeien hoef ik niet te vrezen voor de concurrentie. Die heb namelijk al uitgeroeid.
  • Kanovaren, daar ben ik goed in. Ik mag het alleen niet meer doen van de KaNO-arts.
  • Ook ben ik een talent in turnen. Al beweren boze tongen dat ik over het paard getild ben. Malle sport eigenlijk, de paardensport. Zeker de dressuur; dat gaat altijd gepaard met veel hilariteit.

Er doen dit jaar ook ‘Onafhankelijke Olympische Deelnemers‘ mee. Opvallend. Ik vroeg vorige week nog aan een turner: “Zonder_land kun je zeker niet meedoen aan de Olympische Spelen?” Waarop Epke reageerde: “Hoezo? Ik ben toch gekwalificeerd?” (Voor meer flauwe grapjes over Epke op je mobiele telefoon moet ge een speciaal appke downloaden).

Om eerlijk te zijn, het zou ook best kunnen dat u mij dit jaar toch niet zult zien tijdens de Olympische Zomerspelen in Londen. Misschien sla ik het een jaartje over. Ik doe volgend jaar wel mee.

2b. Update van februari 2014: de Winterspelen in Sotsji.

Gouden medailles winnen met skiën valt nog niet mee. Het is topsport. Het lukt mij wel om de top te bereiken, maar daarna gaat het snel bergafwaarts. De lage temperatuur tijdens die wintersporten vind ik eigenlijk ook maar niks. Die kou gaat mij nog eens de das omdoen. Bij shorttrack trek ik aan het kortste eind. Ik werd bij deze sport gediskwalificeerd omdat ik onreglementair zou hebben ingehaald aan de binnenkant, vond de jury. Dat vond ik wel een beetje kort door de bocht.

————

Enfin, dat was het voor nu. Hoogstwaarschijnlijk pas ik dit artikel nog vijf keer aan, met meer grapjes. Dus hou het in de gaten. Ik zou het heel leuk vinden als u hieronder uw bevindingen toevoegt. Sijmen G. © P.S.: lees hier mijn gedichten vol woordspelingen.

—————————————

Extra: Teddy Bear Hospital

krant. berendokterI just read in a local newspaper that this week there was a Teddy Bear Hospital inside the Leiden University Medical Centre. Kids could bring their sick teddy bears to the hospital, so the medical students could look at them. How cute is that? What the newspaper-article didn’t say was that the bears who had no health insurance were simply refused, one bear was confused with another patient and had both his arms amputated (now he was an unarmed bear, though he never bear arms before) and another one was subjected to preventive euthanasia, even though his suffering was still bearableBear in mind, he just needed a hug. It’s a sad story. Furthermore, the bears were given bad hospital food. But they didn’t feel like eating it anyway, because they were already stuffed.

NB: het bovenstaande verhaaltje is in het Engels, omdat het is overgenomen van mijn Facebook, waarop ik veel buitenlandse vrienden heb. Het doet mij trouwens wel weer denken aan een verhaal over een beer genaamd Chris-Lee Beer, die ik in 2010 ontmoette in Canada. Klik hierop om dat verhaal te lezen.

2 thoughts on “Olympische Woordspelen

Geef een reactie

Your email address will not be published. Required fields are marked *