Dit is het vervolg op de blog Woon-werkverkeer van 27 september 2012.
Category Archives: werk
Het Einde der Tijden
Begin (van het einde).
Red uzelf voor het te laat is! De Gregoriaanse kalender loopt af en dit kan maar een ding betekenen: het einde van 2012 is aanstaande! Bovendien, deze weblog bestaat uit ongeveer 1358 woorden. Als je dat op een bepaalde manier omrekent, krijg je 2013. En als je de letters van deze inleiding op een geheimzinnige volgorde zet, staat er: “red uzelf voor het te laat is.. het einde van 2012 is aanstaande!” Het kan allemaal geen toeval zijn. Het zijn voortekens.
Kern van deze weblog: een Sijmster.nl-jaaroverzicht (met veel koppelingen!)
Het enige wat er voor mij nog opzit, is om terug te kijken op het jaar. Tweeduizendtwaalf begon in de maand januari. Dat was al geen toeval. Het komt door het magische getal twaalf. Tweeduizendtwaalf bestaat namelijk uit twaalf maanden. Twaalf gedeeld door twaalf is één. Welnu, deel één van de Gregoriaanse maandencyclus heet januari.. Daarom begin ik dit jaaroverzicht met een weblog die ik in januari 2012 publiceerde.
Schuursponsjes. Eind 2011 had ik bijstand aangevraagd. De Gemeente Leiden vond het echter zo sneu dat een gezonde academicus vanwege het economisch getij in de bijstand terecht kwam, dat ik vanaf aanvang 2012 door hen aan het werk werd gezet. Zes weken van mijn leven werden besteed aan het plaatsen van schuursponsjes in dozen, het dichtvouwen van de dozen en het plakken van stickers op de dozen. Wat een feest was dat. Ook ging ik in deze periode op visite bij een paar Occupykampbewoners (weet nu nog, die malle gasten) in Den Haag. In een kleurrijke slinger liepen we van het kamp dwars door de Hofstad naar een andere locatie, alwaar een landelijke ontmoeting van deze hardnekkige hippies plaatsvond. Dit was erg leuk. Lees het hier allemaal terug.
Geflopte cursussen en Olympische sporten. In februari ging de sleur nog even lekker door. Ondertussen volgde ik zogenaamd allemaal cursussen waarin ik faalde. Zo deed ik een kookcursus, maar veel bakte ik er niet van. En ik had mij aangemeld voor een skicursus, maar vanaf dat moment ging het snel bergafwaarts. En nog veel meer van dat soort woordspelingen. Lees het hier. Voordat de Olympische Zomerspelen in Londen werden gehouden, schreef ik een soortgelijk artikel over sporten waarin ik zogenaamd faalde. Zo schreef ik bijvoorbeeld: “bij het zeilen moest ik bakzeil halen, met hockey kreeg ik het aan de stok met de bal en bij het tafeltennissen kwam ik niet door de dopingpongcontrole” en ga maar zo verder. Hilariteit alom. Lees het hier.
Avontuur in Oxford en een beetje Praag (non-fictie). In april ging ik weer iets totaal anders doen. Op de website van de Universiteit Leiden vond ik de mogelijkheid om tijdelijk (onbetaald) te werken aan de Universiteit van Oxford bij een instelling genaamd ‘the Europaeum’. Dat heb ik gedaan. Het was een enerverende tijd. Ik heb onder meer een workshop in Praag georganiseerd, waaraan ik ook zelf meedeed. Aan Praag en Oxford heb ik goede vrienden en ervaringen overgehouden, maar helaas, meer niet. Het was niet mogelijk om er direct een betaalde baan uit te slepen. Ik wilde gewoon bezig blijven en mijzelf blijven ontwikkelen.
De Nieuwe Sijmen! Begin juni 2012 kwam er een nieuw tijdschrift op de markt. Het droeg de onweerstaanbare titel De Nieuwe Sijmen! “Hét hippe en levensstijlbepalende glossy magazine (een tijdschrift gedrukt op glanspapier) voor de zelfbewuste, moderne, ondernemende, ambitieuze, blabla, werkloze” Het eerste en enige nummer ging onder meer over een beschonken auditie bij Talpa en het kopen van een appeltaartje in een supermarkt. Het blad ging ook over de toonbank als warme appeltaartjes in de aanbieding. Zogenaamd dan, want het blad is fictief. De verhalen zijn wel echt. Althans, grotendeels.
Stand-up comedy. Nu weer in de categorie non-fictie: ik heb dit jaar nieuwe paden betreden in de comedywereld, namelijk betreffende de organisatie en presentatie van evenementen. Zo heb ik in juli 2012 een tweedaags comedy-evenement georganiseerd op een groots festival in Veghel. Het evenement noemde ik Slokdarmcomedy.
Het einde nadert.
Tegen het eind van het jaar was de wereld even in de ban van Maya de Bijgelovige. De Mayakalender zou op 21 december j.l. verlopen. De dag voor mijn verjaardag (22 december) zou daarmee de dag zijn waarop de houdbaarheidsdatum van alles op de wereld ineens zou verstrijken. Dat klonk mij zo aannemelijk in de oren dat ik al het bier, koek en taart voor mijn partijtje toch maar voortijdig verorberd heb. Je hebt tenslotte weinig aan een volle koelkast als alles vergaan is. Enfin, het komt er uiteindelijk op neer dat de gasten op mijn (verder heel gezellige) post-apocalyptische verjaardagspartijtje niet eens koek konden happen. Immers, de koek was op.. op de gehele aarde.
Nee hoor, gekkigheid. Ik wist dat de aarde niet zou vergaan op 21 december. Zo dom ben ik ook weer niet. Nostradamus had namelijk voorspeld dat de Mayaanse voorspelling niet uit zou komen. De Maya’s hadden op hun beurt de eerdere apocalypsvoorspellingen van Nostradamus onderuit gehaald. Daarmee bleek toch weer dat ze allebei gelijk hadden. “Eat your heart out, Nostradamus“, riepen de Maya’s na de eerste geflopte zondvloed, verwijzend naar zo’n eng ritueel van ze. Nostradamus reageerde door te zeggen dat de Maya’s alleen maar jaloers op hem waren, vanwege zijn mooie broek. En zo werd er lang gesteggeld. Inmiddels bestaan zowel de Maya’s als Nostradamus allang niet meer, dus in zekere zin waren zij hun tijd ver vooruit.
Maar waar komt de mythe, dat de aarde zou vergaan als gevolg van het aflopen van een kalendertje, vandaan? Toch niet van de Maya’s zelf? Hun religie was namelijk gericht op een cyclisch bestaan. Het einde van de kalender is dus eerder de aankondiging van een nieuw begin en niet van het einde der tijden. Voorspelden ze niet gewoon oud & nieuw? Maar dan hecht ik toch meer waarde aan de Gregoriaanse kalender. Die voorspelt dat oud & nieuw plaatsvindt tussen 31 december 2012 en 1 januari 2013 aanstaande. We zullen zien wie het meest gelijk heeft.
Ik wens u een fijne jaarwisseling met veel gezelligheid en alvast een voorspoedig 2013 zonder crisis.
Einde.
Woon-werkverkeer, deel 1
Ik werk sinds kort als (video)redacteur in 070. Zodoende reis ik elke dag heen en weer tussen Leiden en Den Haag. Ik heb er dit filmpje van gemaakt. Met dramatische muziek.
Woensdag zoveel september 2012. Het is 8:31 in een Haagse tram. Ik en mijn medepassagiers zitten of staan als zombies voor ons uit te staren, net te doen of we ons niet een klein beetje storen aan – of allerminst verwonderen over – de harde ‘muziek’ die een gozert aan het beluisteren is. Weliswaar heeft hij oordopjes in, maar ik denk dat ze verkeerd-om zitten, naar buiten toe. Ik kan mij in ieder geval niet voorstellen dat hij deze wanklanken zelf nog harder hoort. Een dergelijke vergissing zie ik deze jongeman wel maken. Hij is tenslotte ook al zijn riem vergeten vandaag, om zijn broek omhoog te houden, de stakker. Zijn broek zit nu op half zeven. En dat om half negen. Heeft zich kennelijk vergist met de wisseling zomer- / wintertijd. O wacht, hij heeft toch een broekriem, een hele grote zelfs? He? Ik snap het niet. Doch, in essentie zijn we hetzelfde: ik moest laatst ook mijn broek ophalen. Maar dat was bij de wasserette. Over wintertijd gesproken, hoeveel winterjassen gaat deze Eskimo aantrekken als het winter is?
De Nieuwe Sijmen!
De nieuwe glossy De Nieuwe Sijmen! ligt in de schappen. (Juni 2012)
‘Ik heb gisteren een appeltaartje gekocht in Valkenburg, omdat het kan‘. Behalve dat het echt waar is, is het ook de titel van een meeslepend artikel in De Nieuwe Sijmen!, hét super hippe en levensstijlbepalende glossy magazine (een tijdschrift gedrukt op glanspapier) voor de zelfbewuste, moderne, ondernemende, ambitieuze, blabla, werkloze.
DNS is hip omdat het tijdschrift slim meelift met de hedendaagse trends en zich daarnaast speciaal richt op de doelgroep. Met onder meer:
- Heel druk doen over het niet hebben van een baan, partner, seks, huis, kids en hobby’s.
- Ruim voldoende overbodig en onzinnig Engels.
Modefashion- Een culinaire column over kant-en-klare appeltaartjes.
- Alles over glitter, glamour en andere seksueel overdraagbare aandoeningen.
- Roddels over mijn buurvrouw (Wat doet zij dan de hele dag? En wat zou ze daarbij aanhebben?).
- En drie pagina’s met louter uitroeptekens!
–
Heden in de winkel voor een trendy prijs, en met gratis appeltaartkruimels tussen de pagina’s verstopt, als je geluk hebt. Zonder meteen teveel weg te geven over de nieuwe editie van De Nieuwe Sijmen!; het was een verrekt lekker taartje! Hieronder ziet u alvast samenvattingen van enkele van de must-read artikelen. Zo gaat het eerste artikel over wat een alleenstaande werkloze met ambitie zo mee kan maken op een willekeurige dag, als hij eens een keer niet doelloos als een zombie op een muis zit te klikken, zich eindeloos te verbijten hoe hij vanachter zijn laptop zijn energie en voortplantingsdrang kan vergelden.
‘Ik heb vanochtend een appeltaartje gekocht in Valkenburg, omdat het kan’
De gepassioneerde werkzoekende van vandaag gaat af en toe fietsen om inspiratie op te doen. Zo ook uw razende reporter, maar dan gisteren. Hij maakte dit huiveringwekkende verslag:
Op een druilerige dag genaamd woensdag, fietste ik met 7 km/u van Leiden over een afstand van vier kilometer naar Valkenburg. Dat wil dus zeggen, Valkenburg Z-H, want Valkenburg in Limburg is veel te ver fietsen. Bovendien zijn daar heuvels en ik ben Malle Pietje niet. Enfin, aangekomen in Valkenburg bij Leiden zag ik een supermarkt. Nadat ik mijn fiets op slot had gezet, benaderde ik de winkel te voet. Toen gebeurde er iets. De deur ging automatisch open toen ik er vlakbij stond. Alsof er niets aan de hand was, liep ik verder de winkel in. Er waren schappen, levensmiddelen en caissières. Eigenlijk alles wat je van je moderne supermarkt mag verwachten. In een van de schappen zag ik een sterk afgeprijsd appeltaartje liggen. Bij de AH in Leiden is hetzelfde verse appeltaartje Euro’s duurder! Ik besloot om het appeltaartje aan te schaffen. NB: de uitgebreide persoonlijke overwegingen die hierbij een rol speelden, staan volgende maand in de superdikke editie van DNS over afslanken.
Het afrekenen verliep vlekkeloos. De blonde caissière heette Sylvia, want dat stond op haar speldje. Voorts plaatste ik het product in mijn rugzak (een must-have voor ieder persoon die wel eens van A naar B gaat) en ik fietste terug naar mijn crib in Leiden. Hier heb ik het appeltaartje reeds gedeeltelijk verorberd. Een beetje slagroom had wellicht lekker geweest bij dit appeltaartje, maar dat had ik niet in huis. Desalniettemin ging het taartje er goed in.
Lifestyle: Geld en Aanzien. (sluikreclame)
Hippe mensen, zoals tienermeisjes, zitten de hele dag aan hun mobiele telefoons te frunniken. Dat komt omdat ze constant berichtjes op dat apparaat binnenkrijgen van mensen die hen bewonderen, en dit komt weer omdat ze zo populair zijn.
Stelt u zich eens voor dat u zich ook zo populair zou kunnen voelen als zo’n tienermeisje. Welnu, dat kan nu met de vernieuwde, wetenschappelijk onderbouwde methode van Dokter Sijmen. Het gaat zo: maak dagelijks een geldbedrag over naar Dokter Sijmen via iDEAL. Dan krijgt u een sms’je van de bank met de betaalcode. Als u het geluidje van het sms’je hoort en uw verstand helemaal op nul zet, dan denkt u heel even ‘oeh een sms’je voor mij, ik ben echt wel populair’. Ik kan u eventueel daarna een sms’je sturen waarin staat hoe hip en gewild u daadwerkelijk bent. Het aantal uitroeptekens dat ik hierin bezig is afhankelijk van de hoogte van het bedrag dat u stuurt. Kortom: twee sms’jes plus een bevestiging van uw populariteit voor slecht één betaling per dag, maar meerdere mag ook. Duizenden mensen met aanzien gingen u al voor. Echt een must-do dus.
Fashiontips
Omdat ik zo onwijs hip ben, moet ik mij altijd onderscheiden van het gepeupel én de high society. Maar tegelijkertijd ben ik onbewust een trendsetter. Iedereen doet mij altijd na, waardoor ik dus continue van stijl moet veranderen om mijzelf te onderscheiden. Het is best vermoeiend. Ik heb ook echt een gave wat betreft het voorspellen van de mode van morgen. Namelijk, hetgeen ik morgen aanheb. Zo denk ik dat de kleur oranje de komende week helemaal in gaat zijn, wedden?
Verder: met een gebruikte onderbroek op je hoofd lopen kan echt niet meer op je 32ste. Sowieso, retrobruine remsporen zijn uit. Misschien kan het in het najaar weer wel. Dat geldt ook voor spijkerboerka’s met geprepareerde gaten en roze sportklompen. Ik bedoel de combinatie, dat wordt niet meer stijlvol gevonden. Alleen als men tegelijkertijd wordt gezien met een boekje van Herman Brusselmans, dan is het een ander verhaal. En tenslotte, volgens trendwatcher Frank Brasser is de Sijmenlook een hit aan het worden onder clochards. Geef ze eens ongelijk. (Doen hoor, want ze hebben ongelijk). U kunt er binnenkort alles over lezen in hun lifestyleblad, de Straatglossy.
Sijmen doet auditie bij Talpa (echt gebeurd)
Wat is een glossy zonder een verwijzing naar de man die glamour aan Nederland en de rest van de wereld verkoopt als zoete broodjes, John de Mol, wiens zus bovendien een eigen glossy heeft, de Linda? Dit is een retorische vraag. Het antwoord is uiteraard: niets. Welnu, zoals het een undercover journalist betaamt ben ik voor DNS! de gangen van De Mol ingedoken. Ik heb namelijk gisteren auditie gedaan (‘casting’ noemt men dat tegenwoordig) voor een quiz van John’s televisieproductiebedrijf Talpa [dat is ‘mol’ in het Latijn] in Laren, teneinde er nu dit verslag over te schrijven. De quiz heet ‘Wijs of Eigenwijs’. Klik hier om het hele avontuur te lezen.
Groeten,
De redactie
Oxford, Europaeum en Praag
Deze weblog is verdeeld in twee stukken: een plaatselijk verslag (deel I) en een beschouwing achteraf (deel II).
Deel I: Plaatselijk Verslag Oxford
Dear Sir / Madam,Heden woon en werk ik tijdelijk in Oxford, voor een stage bij the Europaeum, een instelling die gelieerd is de plaatselijke universiteit. Dit is mijn tweede werkervaring in Engeland. Het is best een bijzonder verhaal. Lees daarom gerust verder. Eerst vertel ik iets over Oxford.
De beroemde geleerde Lord W. Ikipedia vertelt ons over deze plaatsnaam: “De naam Oxford betekent hetzelfde als Coevorden (..) Een voorde (“ford“) is een doorwaadbare plaats in een rivier waar boeren hun ossen (“oxen“) konden laten oversteken.” Dus dat weet u dan ook weer. Ik heb een toeristisch filmpje gemaakt over het Engelse Coevorden, u kunt ‘m hier zien (klik) of hieronder als uw browser het toestaat. Jolly good.
Mijn huis
Ik heb een kamertje gevonden in een fijne buitenwijk van Oxford, zo’n 15 minuten fietsen van het centrum en 25 minuten van mijn werk. Mijn huisbaas is een typische relnicht die door het gebruik van proteïnepoeder nogal opgefokt is, maar ongetwijfeld goede bedoelingen heeft. Het is een Syriër. Mijn overige huisgenoten zijn: een overmatig paffend Roemeens stelletje, een sportieve kale Slowaak, een Pakistaan (vermoed ik) met een gigantisch aquarium in zijn kamertje, en een kleine dikke zwarte man met een overdreven Oxford’s accent (Queen’s English) die elke zin begint met de woorden ‘to be honest with you‘, waardoor je telkens bang bent dat hij je de harde waarheid gaat vertellen, maar dan blijkt het slechts een mededeling van huishoudelijke aard.
Het zijn allemaal hele vriendelijke mensen, alleen mijn huisbaas spoort niet zo. Ik heb het best naar mijn zin in het huis. Na mijn werk zit ik even te chillen in de keuken, want dat is de gemeenschappelijke ruimte. De keuken staat wel vaak blauw van de sigarettenrook, maar toch is het er fijn. Bovendien is het de enige plek om fatsoenlijk te zitten. Ik heb namelijk geen stoel in mijn eigen kamer, daar is geen ruimte voor.
De bus
Zoals u in het filmpje kunt zien, rijd ik fiets. Maar soms neem ik de bus, bijvoorbeeld als het -harder dan normaal- regent. In de bussen hier in Oxford wordt niet automatisch omgeroepen waar je bent of wat de volgende halte is. Ik neem aan dat dit een speciale, handige service (dienstverlening) is voor de mensen die liever niet willen weten waar ze eruit moeten. ‘How thoughtful‘. Ik vroeg nog aan de buschauffeur: “But what if you are not one of those people and you accidentally get off at the wrong stop and you get lost?“, waarop de Engelsman antwoordde, “Well dear chap, then you really are lodging at The Monkey.” [Vert. ‘Welnu dierbare kerel, dan bent u echt in Den Aap gelogeerd’].
In datzelfde logement [Den Aap] verblijf ik als ik, lopend op de stoep, natgespetterd word door een bus die bij het passeren door een grote plas water rijdt. Dat komt hier regelmatig voor. Maar ik pak ze terug: als ik in het vervolg een bus zie rijden of stilstaan naast een grote plas water, dan spring ik snel in de plas water zodat de bus helemaal nat wordt! “Here, a biscuit from own dough” roep ik dan, om de verwarring nog groter te maken.
Ik moet wel even vermelden dat het busverkeer in Engeland levensgevaarlijk is! De bussen rijden hier namelijk vrijwel altijd aan de verkeerde kant van de weg. Men mag derhalve van geluk spreken dat de overige verkeersdeelnemers dat ook doen.
Arbeid
Ik ben hier overigens niet alleen om fictieve gesprekken te voeren met buschauffeurs en nat te worden. No sir, not quite. Ik ben hier om hard te werken. Ik loop hier een prominente stage voor alumni, om mijn carrière in beweging te houden. Ik kreeg deze kans via mijn oude professor van European Union Studies in Leiden. Hij is de beste vriend van mijn baas in Oxford. Over mijn werk ga ik hierna meer vertellen, in geuren en kleuren.
Lingua franca academica?
De instelling waar ik werk heet Evropaevm. Je spelt het alsof het latijn is, de taal die -als bekend- als lingua franca in de gehele universitaire wereld wordt gebezigd om elkaar nog beter te begrijpen. Ik heb zelf geen Romeins gehad op school, dus ik moest een beetje bluffen. Ik roep dan maar wat losse kreten die ik ken uit Leiden en/of van internet: “Academia Lugdunum Batava, libertatis praesidium, ad fundum, ab micis honesta petamus, pecunia non elet, you know.” Je komt er best ver mee omdat de meeste mensen in dit wereldje net zo hard bluffen en dus ook geen idee hebben, ook in Oxford. Je knikt elkaar gewoon vriendelijk aan en drinkt dan rustig verder. Daarnaast kan ik mij gelukkig ook in het Engels verstaanbaar maken. Dat gaat mij nóg beter af.
Deel 2: De beschouwing achteraf, geschreven op dinsdag 8 mei 2012 te Leiden.
Alle gekheid op een stokje, er wordt geen woord Latijn gesproken in Ossevorde. Vanaf dit punt beschrijf ik wat er echt gebeurde, en dan met name op werkgebied. Dat is eigenlijk nog spannender dan mijn fantasie, dus lees verder..
Het werk bij ‘the Europaeum’
De Europaeum is een samenwerkingsverband tussen tien Europese onderzoeksuniversiteiten, gelegen in Leiden, Oxford, Praag, Krakow, Madrid, Genève, Bologna, Bonn, Parijs en Helsinki. De Europaeum organiseert onder meer evenementen betreffende samenwerking in Europa. Wat dat betreft past het uitstekend bij mijn Curriculum Vitae. Mijn werkzaamheden bestonden uit schrijven, een beetje onderzoeken, administreren, organiseren, bellen, enzovoort. Heel gevarieerd dus. Ik werd meteen vanaf het begin in het diepe gegooid, maar ik hield mijn hoofd boven water. (Zie mijn referentie hier).
De relatie met mijn uiterst autoritaire baas verliep aanvankelijk ronduit moeizaam, hij had kritiek op werkelijk alles. Zelfs de manier waarop ik mijn broodje vasthield tijdens de pauze was in zijn ogen waardeloos. Maar hij bedoelde het wel goed en de relatie verbeterde naarmate de tijd vorderde. Toen ik er na vier weken twee jonge nieuwe collegae bijkreeg, een Ier en een Portugese, werd het zowaar gezellig op het kantoor. Op onze verdieping van het klassieke kantoorgebouw werkte ook ene Simon, een vriend van de baas. Deze oude man had zijn eigen kamer en hij werkte voor zijn eigen stichting, maar hij hoorde er toch bij. Op een avond na een gezamenlijk bezoek aan het theater, vertelde hij (met zijn typische bekakte Oxford-Engels) in de pub over zijn tijd als journalist in de Vietnamoorlog. Enfin, ik moet Simon gewoon even noemen in dit verslag, want hij maakte indruk op mij.
Een van de workshops die wij organiseerden ging over (de rol van Europa in) de aankomende VN-conferentie in Rio over de groene economie, zie hier. Deze prestigieuze Graduate Workshop ‘Rio +20’ in Praag heb ik niet alleen georganiseerd, ik heb er ook in geparticipeerd.
Ik vloog even naar Praag en terug voor een van de leukste academische evenementen uit mijn leven. Ik heb veel bijzondere workshops gezien in mijn studententijd (die ik doch reeds vele jaren geleden dacht te hebben afgesloten), zoals deze in Rusland, maar dit was een klasse apart. De voordrachten, de discussies, het debat en het VN-rollenspel waren van een hoog niveau en af en toe ook zeer vermakelijk. Ze vonden plaats in de Faculteit der West-Europese Studies van de Karelsuniversiteit.
Ik kende alle studenten (zestien in totaal) in deze workshop al, omdat ik vanuit Oxford uitvoerig e-mailcontact met ze had gehad. De aanmeldingen administreren en de contacten onderhouden behoorden namelijk tot mijn kerntaken. In Praag vervulde ik een sleutelrol, omdat iedereen mij kende en op mij terug kon vallen. Dat gaf mij een trots gevoel. Het ging er allemaal heel hartelijk aan toe.
Wat mij stiekem het meest is bijgebleven waren de waanzinnige nachten stappen in Praag, waar echte vriendschappen ontstonden. We kwamen op een gegeven moment in een ruige bar volgepropt met opgehitst jong volk, waar de naakte barlui met brandende fakkels gingen jongleren. Vervolgens lieten de oerlelijke barmannen hun torso bedruipen met likeur en lieten de jonge vrouwelijke cafébezoekers het er vanaf likken of ze spuugden de drank direct in de handmatig geopende monden van de onschuldige meisjes. Het was echt té ranzig om te zien. Desondanks lieten wij ons niet van de wijs brengen, dronken en bewogen ritmisch op de muziek.
Dit vond overigens plaats in een stampvolle kelderruimte zonder duidelijke verwijzingen naar eventuele nooduitgangen. Een ander saillant detail was dat mijn eerdergenoemde baas er de hele tijd bij was, tot in de veel te late uurtjes. Zijn hoge leeftijd weerhield hem er niet van om flink los te gaan. De volgende ochtend zouden de workshopactiviteiten om 9:00 beginnen, maar ook dat mocht geen belemmering zijn voor de feestvreugde.
Terug naar Leiden
Na het zonovergoten Praag ging ik weer terug naar regenachtig Oxford waar ik nog een weekje zou werken. Vier mei was mij laatste werkdag. Op zaterdagochtend 5 mei vloog ik terug naar Nederland om direct na aankomst met twaalf vrienden uit Leiden naar de musical Soldaat van Oranje, in een oude hangar bij Katwijk, te gaan. De reis tussen Engeland en Nederland speelt een cruciale rol in het verhaal. Deze reis had ik net zelf ook afgelegd, ik voelde mij derhalve een beetje Erik Hazelhoff Roelfzema, behalve dan dat ik geen oorlogsheld ben en de reis tussen Engeland en Nederland tot nu toe maar vier keer heb afgelegd en Erik 27 keer, veelal per roeiboot. Enfin, er zijn kleine verschillen.
Einde van het verhaal
Verder in mijn leven: op maandag (gisteren) nam ik met vier andere comedians een pilot op voor een comedy-praatprogramma in een radiostudio in Leiden voor Camedy.nl, dat was nog een beetje aftasten maar wel lachen. En vanavond heb ik een promotieborrel van een BLOQqer. Kortom, het leven draait door.
* Het was overigens niet de eerste keer dat ik werkte in Engeland, zie hier en hier
Positief bericht over de bijstand en Occupy
Schuursponsjes
Lieve mensen, sinds vorige week maandag heeft Sijmen weer werk! Het kon ook niet uitblijven met al die universitaire diploma’s en dat talent. [Update: zie hier een paar reacties op sollicitaties].
In de eerste week van mijn nieuwe, tijdelijke baan werd ik meteen voor de leeuwen gegooid, met de ene na de andere intellectuele uitdaging waar ik mij moest inbijten. Ik moest schuursponsjes per drie stuks in kartonnen omhulseltjes doen, plastic jetzers van hun units halen en stopviltjes in zakjes doen. De eerste twee-en-een halve dag bestond louter uit schuursponsjes inpakken. [update van maandag 9 januari: vandaag mocht ik stickers op bakjes zalf plakken en daarna dozen dichttapen]. Vier volle dagen per week, twee weken lang. En daarna nog vier weken halve dagen.
Ik mag mijzelf nu Junior Executive Production Officer Sponge Packaging etc. noemen. Dit werk was voorheen alleen beschikbaar voor gedetineerden, mensen met een geestelijke uitdaging, kinderen in lagelonenlanden en/of andere mensen met verborgen talenten. En nu dus ook tijdelijk voor mij. Eindelijk.
Mijn nieuwe werkgever is ‘een participatiecentrum’. Ik moet werken voor mijn bijstandsuitkering. Je zou het ook als (onder)betaalde (dwang)arbeid kunnen zien. Maar het is eigenlijk zo slecht nog niet. Het is best gezellig op de werkvloer tussen het plebs. Ik kom de tijd door met ouwebeppen met mijn collegae uitkeringsgerechtigden (bijvoorbeeld over je tatoeages* en de andere normale dingen des levens, maar vooral over werk natuurlijk) en naar de gezapige deuntjes van Sky Radio te luisteren. En dat terwijl ik werk doe dat een reumatische goudvis ook zou kunnen. Maar als ik goed mijn best doe dan kunnen ze mij op termijn misschien aan een echt baantje helpen. Wellicht maak ik carrière in de booming business van de schuursponsinpakkerij. Of zowaar iets beters. Alle gekheid op een stokje. Ik doe gewoon mijn best. Je weet tenslotte nooit hoe een koe een haas vangt. Ik denk in ieder geval dat de koe wel openstaat voor suggesties.
* Een Leidse collega (v) in een gesprek over tatoes: “Mijn zoon wilde een tatoe laten zetten op zijn veewhrtiende. Ik zegt ‘ik dach ‘t niet he, je wacht maahwr gewoon tot je zestien ben‘. Om maar even aan te geven dat ze streng, maar wel rechtvaardig is. Het zijn (h)eerlijke mensen met wie je soms goed kunt lachen. In de pauzes moet ik echter even met mijzelf praten, want bijna iedereen is dan buiten aan het roken. Ik wil verder niet arrogant doen, want iedereen is gelijk op de werkvloer = Positief.
>Meneer Groot, had u in 2000, toen u naar Leiden ging om te studeren, ook daadwerkelijk de ambitie om Junior Executive Production Officer Schuursponsjes Packaging etc. te worden?<
Nee, dat niet zozeer. De wereld van de schuursponsjesinpakkerij is per toeval op mijn levenspad gekomen. Zo rol ik met mijn carrière van de ene uitdaging in de andere. Je zou ook (misschien iets minder eufemistisch) kunnen zeggen dat mijn wetenschappelijke carrière in een dipje zit.
Je kan stellen dat het leven een schuursponsje is, met een ruwe en een zacht kant. Soms moet je alle zooi maar gewoon absorberen en op andere momenten moet je het juist hardhandig te lijf gaan. Nu is het vooral absorberen. Het komt uiteindelijk wel goed. Later krijg ik vast echt werk.
Ik zie er niet heel erg tegen op om ‘s ochtends naar mijn werk te gaan. Het is soms leuk en het houdt mij van de straat. Op andere momenten is het ‘Kwalitatief Uiterst Teleurstellend‘, zoals een fijne collega het zo mooi formuleerde. Maar daar hebben we het niet over, want dit is een positief verhaal. Bovendien levert deze ervaring sowieso inspiratie op voor de comedy. Over comedy gesproken: morgenavond (vlak na mijn werk) mag ik naar Heemskerk om weer op te treden. Yeah!
En over zes uur mag ik er weer aan de slag met de schuursponsjes, of iets anders! Ik moet dus eigenlijk maar eens naar bed gaan.. Ik kom echter net uit Den Haag (zie hieronder) en nu wil ik deze blog nog schrijven. Morgen kan het niet, want dan treed ik -zoals gezegd- op. Vandaar het krappe tijdsschema. Maar dat hoort erbij. Of het nu gaat om tijd, geld of ruimte, iedereen heeft het tegenwoordig krap.
Ik ben zojuist naar de Landelijke Occupy Meeting geweest
Kan het ook allemaal anders? Moeten we de maatschappij niet anders inrichten, waardoor wij allemaal beter en liever voor elkaar worden? Love, peace, power to the people en de hele reutemeteut. Of wat mij betreft, een ideale maatschappij creëren waarin je als tweevoudig alumnus in alfawetenschappen ook nog kans op een baan krijgt? Hoeft geen overdreven ambitieuze baan te zijn, gewoon werk is voorlopig ook goed.
Over de eerste twee vragen heb ik vandaag de hele dag gediscussieerd tijdens de Landelijke Occupy Meeting oftewel LOM in Den Haag. (Ik ben overigens blij dat Den Haag niet de Landelijke Occupy MeetingPoint werd genoemd, dat zou namelijk wel erg LOMP zijn. Hihi).
>Maar Sijmen, hoe kwam je daar dan terecht? Jij bent toch geen hippie?<
Goede vraag. Ik was meegegaan met een vriendin, mw Chiara van den Berg, om het evenement te filmen. Gisteravond had zij mij hiervoor gestrikt en vanochtend zijn we naar het Occupy-kamp op het Malieveld geweest. Het was gaaf om het van dichtbij te zien. De wind- en regenbuien van de laatste dagen hadden hun sporen echter nagelaten. Het was namelijk een beetje een postapocalyptische pleuriszooi op de geïmproviseerde camping (zie de foto hier rechts). De toch al enigszins verdwaasde mensen pasten er goed bij.
Maar het zijn ook lieverds hoor. Velen van hen kennen elkaar al decennia lang uit het circuit van protestmarsen tegen kernenergie, oorlog en dierenleed en voor meer subsidie op geitenwollenssokken. Occupy past mooi in hun straatje. Hiervoor leven ze. Een relatief groot aantal van hen is werkeloos en een enkeling zelfs dakloos, dus veel beters hebben ze toch niet te doen. Maar er zijn zowaar ook mensen met werk bij betrokken. Die zie je alleen een stuk minder op het tentenkampje, maar da’s logisch.
In een bonte stoet onder het wakend oog van de politie liepen we van het Malieveld door het Haagse centrum, langs het Binnenhof en de Raad van State richting een zaal in een pand met de naam De Grote Pyr. Ondertussen scandeerde de zelfuitgeroepen kampindiaan – een jongeman met een verentooi aan zijn nepbontmuts en een kleurrijk vloerkleed om zijn middel – sarcastische en ook eigenlijk best-wel-grappige teksten over de kredietcrisis en het gebrek aan medemenselijkheid in de maatschappij door een microfoon. Hij hield de stemming er goed in. Hulde voor hem. Klik hier voor een reeks Youtubefilmpjes van deze kleurrijke parade.
De Meeting
Ik wil verder niet te cynisch overkomen over dit bijzondere evenement. Ik moet namelijk zeggen dat ik meer geïnspireerd raakte door de verhalen van de verschillende, veelal markante bezoekers dan ik van tevoren had verwacht. Er heerste over het algemeen een positieve vibe man. En werkelijk iedereen kwam aan het woord. De mensen hebben vaak op zich wel mooie ideeën, alleen sommigen zijn ook een beetje wauws. Het houdt niet altijd verband met de werkelijkheid, maar leuk dat ze meedenken.
In een van de kringgesprekken vertelde ik zelf dat de maatschappij te vergelijken is met een stoelendans: Je moet meedoen, maar degenen die het (door wat voor reden dan ook) niet kunnen bijbenen, die vallen af. Met andere woorden, mensen met problemen vallen buiten de maatschappij. Er is tenslotte altijd minimaal een stoel te weinig aanwezig. Ik pleitte voor een stoelendans met voldoende stoelen. ‘Daar moeten wij heen met z’n allen’.
Zo, dat had ik ook weer aardig uit mijn mouw geschut. Mijn inbreng bestond verder uit het inzetten van een Mexican Wave, als symbool voor de golf van bewustwording bla bla, en wat losse grapjes.
Het was uiteindelijk wat mij betreft gewoon een plezante praatsessie met koffie, koekjes en muziek aan het einde. Deze waanzinnige beweging heeft zich echter een hoger doel gesteld, namelijk de wereld verbeteren. Het liefst nog voordat alle tentenkampjes zijn opgeruimd. Telkens werd dus benadrukt dat het tijd voor actie is! Wat uiteindelijk slechts neerkwam op overleg over het inplannen van een nieuwe vergadering.
Wel een concreet plannetje was om piepkleine Occupy-tentjes in Madurodam te zetten. Daar maak je de grote banken, bedrijven en politici (de as van het kwaad) pas echt gek mee. Met zo’n daadkrachtige beweging, die opkomt voor ons aller welzijn, hier en in Verweggistan, kunnen we rustig gaan slapen. Potverdikkie, nu klink ik toch weer een beetje cynisch met mijn sarcastische woordkeuze. Ik kan het niet laten. Maar ik draag de Occupymeute tot op zekere hoogte toch een warm hart toe. Wat ik eigenlijk wil zeggen is dat ik Occupy zie als een schuursponsje maar dan zonder de schuurzijde. Hmm, gewoon een sponsje dus. Enfin, ik bedoel het positief.
Peace man,
Sijmen.
Post
(Beetje saaie, doch essentiële) inleiding.
Vandaag, dinsdag 16 november 2010, is er nauwelijks post bezorgd omdat de postbodes van TNT Post zelf bezorgd zijn. Ze maken zich zorgen over hun baan. TNT moet namelijk – door de privatisering van de postmarkt en het daaruit voortvloeiende concurrentieslagveld – heel veel vaste postbodes ontslaan, om in plaats daarvan goedkope uitzendkrachten aan te nemen voor deeltijdwerk. En er is ook steeds minder post. Nog even en we leven in een post-postbode tijdperk.
Ik ben zo’n pipo die (voor een paar schamele Euri) voor een paar maanden is aangenomen als postbezorger. Ik heb zojuist gewoon de post bezorgd in Leiden, ondanks de staking. Ik deed zelfs een extra wijk omdat mijn baas dat aan mij vroeg. Anders blijft er te veel liggen voor morgen. De wereld draait immers gewoon door.
Pizza’s erbij doen?
Ik zou wel graag wat extra centjes verdienen. Ik kan wellicht proberen om de postbezorging te combineren met het bezorgen van (koude) pizza’s. Als ze van tevoren betaald worden, prop ik ze met liefde door de brievenbussen. Bij kleine brievenbussen eet ik de korstjes er wel eerst van af en/of dan maak ik er gratis compacte Calzones van.
De Goedpostbodeman
Ik bezorgde onder meer bij een zorginstelling. Ze maakten zich veel zorgen of de post vandaag zou komen. (Maar tegelijkertijd: zorgen, dat is waar ze het beste in zijn. Ieder z’n vak natuurlijk). Zelden voelde ik mij zo gewaardeerd als vandaag. Ik werd warm onthaald als ware ik de Goedheiligman zelve. Andere mensen hadden hun schoen achter de brievenbus gezet in de hoop dat de Goedpostbodeman er toch nog iets in zou gooien, terwijl ze zongen “zou de goede postbode wel komen, nu hij zijn ontslag zo lelijk vindt?” Ik moest vrij veel pakjes bezorgen vandaag. Ik besloot om ze maar niet door de schoorsteen, maar wel door de brievenbus te gooien.
Postkabouters
Verbaasde mensen zeiden de hele tijd tegen mij “moet je niet staken?” en een keer “ben je voor jezelf begonnen?” Op een gegeven moment zei ik dat de kaboutertjes de post vandaag verzorgen, aangezien de grote mensen staken. Daarmee heb ik mijzelf meteen tot kabouter benoemd. Hierop zei een volwassen man in een tuintje de onvergetelijke woorden: “gaan ze jullie dan niet doodschieten?” Ik weet het, ik maak veel grapjes, maar dit was echt!
Postbezorger zijn
Postbezorger zijn is op zich een mooi beroep. Al zijn er wat ongemakken inherent aan het vak. Mijn oranje fietstassen hebben stalen randen. Regelmatig knal ik er met mijn kuit tegenaan als ik mij van de stoep moet afzetten. Zeker in het begin had ik daar veel last van. Ik heb hierdoor een aantal blauwe plekken, met de nadruk op ‘auw’. Verder zijn er natuurlijk wind ende regen, doorweekte kleren en dito post, blaffende honden en dito mensen, roestige brievenbussen en vage adressen en – met stip op één (paddenstoel) – bol.comkabouters* die niet open doen; lees hieronder. Het hoort er allemaal bij. Hiernaast ziet u het fotografisch bewijs van mijn postbezorgersschap. Let op de karakteristieke elastiekjes aan het stuur.
* Bol.comkabouters: personen met hele kleine brievenbussen die graag grote dingen via internet bestellen.
Groeten van Postbode Sijm
P.S.: Heerlijk avondje is gekomen. Vanavond ga ik met de buurman naar een optreden van Henry van Loon in de Toomler te Amsterdam. En morgen (woensdag 17 november) treed ik zelf op in de Toomler! Het is heus. Komt dat zien.
Ludieke Schoenpoetser gezocht
2010
Inleiding: Gisteravond in Amsterdam
Gisteravond was het gezellig in het Comedy Theater in de Nes te Amsterdam. Ik mocht als eerste op voor mijn six minutes of fame, en de rest van de avond genieten van de rest van de avond. Beetje naborrelen met o.m. een oude hippie en vervolgens redelijk aangeschoten – via de Kentucky Fried Chicken – terug met de trein (waar we een uur op moesten wachten) naar Leiden met vriend en dispuutsgenoot Jelle. In de trein nog lekker gekletst met wat melige Canadese vrouwen van middelbare leeftijd, die ons met succes paaiden met heerlijke bonbons. Gewoon leuk. Maar al met al wel een beetje laat geworden.
‘s avonds een man, ‘s ochtends een lamme tak.
Vanochtend zat opstaan er niet echt in. Temeer omdat ik de noodzaak daartoe niet zag. In de vroege middag zat ik rustig in mijn badjas aan de ontbijttafel, en vroeg mij af hoe dag te besteden, toen ik mij plots besefte dat ik eigenlijk een afspraak bij het UWV Werkbedrijf had! Maar inmiddels was het al te laat. Ik had mij verslapen voor een groepsgesprek met andere werklozen, nota bene om 1 uur ’s middags! Wat een enorme lamme tak ben je dan?! [Voor de eventuele werkgever die dit leest: ik ben in beginsel nog steeds een Hoog Potentieel die graag hard voor u wil werken]. Ik heb de afspraak verzet.
Hilarische arbeidsmarktperikelen
Enfin, ik heb het afgelopen jaar vele sollicitatiebrieven geschreven voor de meest uiteenlopende vacatures, zoals voor: Coördinator bij het Ministerie van Chaotische Zaken, Inspirerend Beleidsmedewerker Lekker Boeiende Zaken, Secreterasse Afleding Dyslextize Zakem, In België: Minister-President en Intellectueel (MBO+ niveau). In Frankrijk: Staker met doorzettingsvermogen en zonder 19 tot 62-mentaliteit. In Chili: Mijnwerker zonder tunnelvisie en zonder winderigheid. Verder o.m.: Druivenplukker met Pit, Astroloog van de sterren (bij SBS), Helderziende Opticien met Visie, Zakkenvuller, Groepsleider Afdeling SOA’s, Spindoctor van een (in)sekteleider, interim Medewerker Hondenpoepbeleid (echt!), Humanistische Beul / Leraar Effectief Stropdas Knopen voor Suïcidalen, interim Manager Bottle Bank Busines, (Trainee) Tuinkabouter met Ambitie en Talent, wetenschappelijk opgeleide Produktiemedewerker (echt), et cetera.
Bij elkaar leverde dit om en nabij de 123 afwijzingen op. Erg vaak stond er als motivatie enkel “u / je valt niet binnen het gewenste profiel“. Geen idee wat ze daar precies mee bedoelen.
Wellicht de grappigste en nog echt waar ook!
Vorige week reageerde ik – via de nationalevacaturebank.nl – op een functie voor ‘Acteur’ waarin je als voornaamste kwaliteiten “humor en creativiteit” moest bezitten. Alleen het hebben van acteertalent stond niet expliciet als vereiste vermeld. Ik reageerde met een uitgebreide brief over mijn ervaring in stand-up comedy. En warempel kreeg ik gisteren een e-mail terug. Hierin stond het volgende:
“Beste Sijmen, Bedankt voor je reactie op onze vacature acteurs gezocht. Uit je motivatie blijkt dat je al veel ervaring hebt op gedaan in deze sector. Wij zijn op zoek naar kandidaten die een act als schoenenpoetser neer willen zetten. Je gaat verkleed als een schoenenpoetser met de daarbij horende make up en dito schoenenpoets kist. Je zult op een ludieke en grappige manier mensen hun schoenen gaan poetsen om ze zo enthousiast te maken voor deze schoenenpoets. De optredens zullen op verschillende data en in verschillende steden plaats vinden. Een optreden duurt circa 4 uur. Als je nog steeds interesse hebt, ontvang ik graag je cv per mail. (..)”
Het bovenstaande is letterlijk overgenomen (copy-paste) uit de e-mail. Toen ik het las schoot er tegelijkertijd een lach en een traan in mijn gezicht. Dit klinkt als het meest tragische baantje dat ooit is verzonnen. Misschien wel wat voor mij dus (of anders is het wellicht een kans voor de dakloze Bil van S.). Sowieso, zulk soort kinky verkleedpartijtjes vind ik gaaf. Of het nu als schoenpoetser, accountant, belastingadviseur of putjesschepper is. Het is altijd hilarisch..
Een ludieke schoenpoetssessie
Echter onder ‘op ludieke en grappige manier mensen hun schoenen poetsen’ versta ik bijvoorbeeld het volgende scenario: ik verzoek een zakenman, met maatschoenen en al, te gaan zitten voor een gratis ‘ludieke schoenpoetssessie’. Vervolgens hijs ik met veel lawaai een flinke fluim op uit mijn keel en neusholte, zodat een flinke groene klodder zoete meuk zich vermengd met speeksel, teneinde deze dikke specie – op een geestig geïmproviseerde wijze – over de schoen van de zakenman te rochelen. Daarna smeer ik het goed uit over de schoen met mijn authentieke schoenpoetsdoek (vooral leuk bij gaatjesschoenen) en zeg zoiets als: ‘Mijnheer, Koopt u heden Schoenpoets van Van Roggelen voor slechts weinig poen. Dan kunt uw vrouwlief het thuis nog eens dunnetjes over doen.’ Ik zie het al helemaal voor me.
Enfin, als ik nog reageer op deze vacature, dan hoop ik niet dat ze deze blog hebben gelezen. Groeten. Sijmster©
‘interim medewerker hondenpoepbeleid’ (een functie met een luchtje)
Hallo
Naast mijn ambities op comedygebied, staat natuurlijk het feit dat ik ook centjes moet verdienen. Ik heb twee universitaire opleidingen met succes afgerond, maar dat zegt bar weinig als je daadwerkelijk moet solliciteren voor een grotemensenbaan. Het gaat dan tenslotte voornamelijk om relevante werkervaring en die ervaring heb ik misgelopen omdat ik biertjes aan het drinken was op de studentenvereniging. Alhoewel ik soms hard heb moeten zooien (of ‘brassen‘ voor de studenten buiten Leiden) voor mijn biertje, mag dat helaas niet doorgaan voor werkervaring.
De functie ‘interim medewerker hondenpoepbeleid’
Enfin, ik krijg ondertussen elke dag geautomatiseerde ‘e-mail alerts’ met vacatures die volgens de vele arbeidsbemiddelingsbureaus bij mij passen. Vandaag kreeg ik onder andere een vacature binnen voor ‘interim medewerker hondepoepbeleid [klik maar]’. Daar kun je blijkbaar ook je brood mee verdienen. Dus ik overwoog een brief te sturen. Er zijn aanknopingspunten zat. Ik kan schrijven over hondenpoep en hoe ik in deze materie sta. Het antwoord is: niet heel vaak, maar toch wel af en toe.
Ik ben tot nu toe vooral op zoek naar vacatures die met milieurecht te maken hebben. Je kan alles zeggen, maar die drollen komen in het milieu wel tot hun recht. Milieurecht heeft ook te maken met verkeer en uitlaten. Honden moet je ook vaak uitlaten in het verkeer. En tenslotte denk ik dat je ‘een hoop’ kan leren in deze functie.
Ambivalent gevoel
Ik zit zelf in een ambivalente positie wat betreft honden en hun uitwerpselen.** Dat zit zo, enerzijds vind ik honden in feite onaangepaste hooligans. Ze hebben schijt aan alles. Ze gaan soms helemaal los, in het park bijvoorbeeld. Je zou ook kunnen stellen dat ze zich vaak heel ongelukkig uitdrukken. En wat ze er ook mee moge bedoelen, het is altijd een grote valstrik: je moet er niet intrappen! Ik ben ook niet heel enthousiast over honden als ik bijvoorbeeld lekker op een pittoresk plekje in het gras bij het water in de zon wil liggen en ik net te laat merk dat dit chique plekje blijkbaar is gereserveerd door een viervoeter die zijn reservering vooraf al in natura heeft vastgelegd.
Anderzijds woon ik zelf in huis met een hond. Zijn uitwerpselen zijn zó groot. Kijk, ik wil natuurlijk niet opscheppen.. En dat is ook eigenlijk wel een probleem, dat ik het niet wil opscheppen.. Wij hebben verder wel een erg goede band en dat wil ik zo houden. Hij heet Alfie en het is een blindengeleidehond. Hij is uiteraard wel geaard, want anders zou hij natuurlijk niet goed geleiden. Dat begrijp je [NB: dat was een natuurkundig grapje]. Het baasje is mijn vriendin. Zij heeft een vrijstelling voor het opruimen van de hondenmeuk, omdat zij het niet kan zien.
‘Uitwerpselen‘
** Wat een raar woord trouwens, ‘uitwerpselen’. Net alsof het spul echt uitgeworpen wordt en daarom zo om je oren kan vliegen. Dat zou best smerig zijn. (‘Smerig’, ook zo iets). Enfin, ze zouden het beter ‘uitdrukkingen’ of desnoods ‘onderwerpselen’ kunnen noemen; omdat – als het dan toch geworpen moet worden – dan is het in ieder geval duidelijk in welke richting dit zal gebeuren (recht naar onderen).
Alfie, de superhond
Ik plaag Alfie af en toe een beetje door hem telkens naar een ander organisme te noemen. Zoals, “zal ik de cavia /koala / konijn / geit / pony / kever / draak / e.d. even uitlaten?” of “ik geef de plant wel even wat water”. Dat doe ik uit liefde. Sommige mensen vragen wel eens wat voor soort ‘ras’ het is. Wat is dat nou voor racistische vraag? Wat maakt dat nu uit? Het is net als met auto’s of vrouwen. Ik heb er geen verstand van. Als ze er maar leuk uitzien, niet te veel stinken en hun ding doen. [hmm, dit is wel een beetje een heel dubieus stukje. Zal ik het weghalen?] Okee, het schijnt een Engelse labradorhond of zo te zijn. Maar al was het een Poolse stukadorhond, een Japanse Hondahond, een Amerikaanse hotdog of een Chinese Snack-a-Jack-Russel.* Lekker belangrijk. Als hij maar ‘braaf’ is, zoals Martin Gaus zou zeggen. En Alfie is veel braver dan andere hooligans. Hij weet – als geleidehond – uitstekend hoe hij met dat ‘tuig’ moet omgaan. Dat geldt ook voor zijn houding ten opzichte van teefjes. Geen bitch doet zijn hondenkop op hol slaan. Yo.
*De Snack-a-Jack-Russel: een calorie-arm hondje voor de lekkere trek. Populair in delen van China. Hier nog een paar grapjes:
- Ben benieuwd of je er een Red-Bulldog bij kan krijgen (zeg maar een Slush Puppie met een bite).
- In China kijken miljoenen mensen naar ‘Man bijt Hond’. Alleen daar is het een kookprograma.
- Ze gebruiken ook het spreekwoord ‘de hond in de pot vinden’, maar daar betekent het juist: AAN TAFEL!
- Terwijl in Nederland veel hondenbezitters klagen over ‘happen naar de baas’, klagen in China de honden over ‘happen naar de hond’.
- De Chinese voetballer Ho Nou vertelde in een interview onlangs dat hij zijn buik vol had van al die tackels.
–
Even terug naar de vacature
In de vacature staat “Het bestaande hondenpoepbeleid zal weer onder de loep genomen worden en verder worden geoptimaliseerd.” Het is lastig om deze woorden te lezen zonder te giechelen. Het ‘onder de loep nemen’ klinkt al niet zo fris in deze context. Komt deze functie er stiekem gewoon op neer dat je weliswaar de poep niet hoeft op te ruimen als beleidsmedewerker – want dat kan je waarschijnlijk nog net delegeren – maar dat je wel mag onderzoeken (met een loepje) wie ‘m heeft geproduceerd, teneinde een proces-verbaal op te kunnen maken aan het baasje? Dit zou passen in de huidige politieke trend van ‘de vervuiler betaalt’ en ‘poepen op straat is niet okee, gast’.
Misschien kun je als beleidsmedewerker voorstellen om de poep überhaupt niet op te ruimen, maar er wel voor de zorgen dat hondendrollen voortaan blauw worden geverfd. Dan is er tenminste meer blauw op straat. Of laat hondeneigenaren een vlaggetje in elke drol van hun trouwe viervoeter plaatsen. Het ligt er dan nog steeds, maar het ziet er dan tenminste iets vrolijker uit, en andere mensen zien dan beter waar ze omheen moeten lopen.
Er zit sowieso een luchtje aan deze functie. Zou het misschien toch een hondenbaan zijn? [52% van de bevolking vindt van wel, aldus Maurice de Hond]. In ieder geval, het punt waar het weer aan schort is de de regel “Aantoonbare ervaring met hondenpoepbeleid is een harde eis voor dit project”, zoals in de vacature staat. Dat kan ik niet hardmaken, ook al was het een half-zachte eis. Dus dan ga ik maar geen brief schrijven. Jammer dan.
Enfin, deze blog lijkt misschien een beetje een poepverhaal te zijn geworden. Ik hoop toch dat je het leuk vond.
Sijmster©